Diverse biobased producten

3.10.1 Bekistingsmateriaal
Ook in de reguliere gietbouwsystemen zijn mogelijke aanpassingen te realiseren met biobased producten. Zo zijn er voor betonbekistingen en ontkisting van beton alternatieven beschikbaar, die veel tijd- en kostenbesparing kunnen opleveren, o.a. op basis van plantaardige ontkistingsolieën op de markt. Textiel als flexibel bekistingsmateriaal maakt nieuwe modellering mogelijk en spaart beton (Cauberg, 2008; Van Velden, 2010). Biobased textielen zouden hiervoor ook inzetbaar kunnen zijn.
 
3.10.2 Coating en cement additieven
Bij de verbranding van graanstro, en met name van rijstkaf en -stro, komt as vrij dat rijk is aan silica. Deze stro-as silica is geschikt voor toepassing als additief in coating of cement. Silica uit rijstkaf-as heeft uitstekende pozzolane eigenschappen en kan (deels) cement vervangen in mineraalgebonden bouwelementen (vezelplaten, bouwblokken) (Rice husk, 2006).  
 
3.10.3 Metaalcoating
Novochem heeft een anticorrosieve polymere coating “NovoShield” op de markt gebracht voor metaaloppervlakken op basis van vetzuur. De coating is bestand tegen extreme omstandigheden waaronder chloor, zuur en hoge temperatuur.
 
3.10.4 Geotextielen
In de civiele techniek worden geotextielen, meestal geokunststoffen, toegepast die diverse functies kunnen hebben. Geotextiel wordt gebruikt bijvoorbeeld als erosiematten op taluds of dient als oeverbescherming en grondscheiding. Biologisch afbreekbare geotextiel zou uitstekend kunnen worden ingezet in tijdelijke constructies of waar door natuurlijke wortelvorming het geotextiel materiaal mag vergaan (CUR-NGO, 1996). Anti-erosiematten zijn zowel biobased of synthetisch verkrijgbaar. Grondstoffen voor dergelijke geotextielen kunnen zijn kokos, jut en vlas.
 
Wilgenrijshout  wordt toegepast voor de productie van wilgenschermen en wilgentenenmatten. Wilgentenen of elzen grienthout vlechtwerk werd vroeger toegepast in vakwerkhuizen. Ook bij de deltawerken werden wilgentenen veelvuldig voor bezinkstukken ingezet. Geluidschermen en oeverbeschermingsmatten van wilgentenen worden nog regelmatig toegepast (Van Weverwijk, 2012) o.a. door Natuurmonumenten.